vrijdag 27 april 2018

Niet meteen

lentebloesemEen paar weken geleden hebben we Pasen gevierd.
40 dagen hebben we ons erop voorbereid om dan de drie grote dagen te kunnen beleven van afscheid (Witte Donderdag), dood (Goede Vrijdag) en  de stilte van het ‘niets meer’ (Stille Zaterdag). En dan – PASEN, jubelzang en alleluia …
Drie dagen, die symbool staan voor het geheim van ons leven: dat doorheen alles wat wij meemaken, wat ons overkomt, dood niet het laatste woord heeft. Ook al lijkt het vaak zo.
Maar – Pasen gebeurt niet meteen.
Ik was dit jaar op Paaszondag nog niet eraan toe om volop Alleluia te kunnen zingen.
Wat mij getroffen heeft is, dat het bij de meeste leerlingen van Jezus niet veel anders was.
Ze zaten achter gesloten deuren, wisten niet wat ze moesten doen; de een wilde gewoon weer naar huis, de ander dacht alweer aan andere zaken. Onzekerheid, ongeloof, schrik – Pasen gebeurde ook voor hen niet meteen.
Ze waren aan het rouwen, hun dromen waren stuk, - en het duurde, voordat de een na de ander besefte, dat Degene, in wie ze hadden geloofd, niet dood was, maar lééfde.

En weer zijn het, na Pasen, 40 dagen, symbool voor een heel lange tijd, voordat Pinksteren kon gebeuren.
Een belangrijke tussentijd die ons toeroept: ‘Wees niet bang, het hoeft allemaal niet meteen. Gun jezelf de tijd die je nodig hebt. Jouw Pasen komt, wanneer je eraan toe bent. Ga je weg in je eigen tempo.’
 “Terwijl Hij met hen at, vroeg Hij hun Jeruzalem niet te verlaten maar de belofte van de Vader af te wachten, die gij van Mij vernomen hebt. …Gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde.”  (vgl. Handelingen vd Apostelen 1, 4-8)
Blijven in wat er is, niet weggaan, niet vluchten, niet afhaken.
Dicht bij onszelf mogen blijven, in alles wat er in ons leven gebeurt. Ons leven doorléven.
Laten gebeuren wat er in ons wil gebeuren en tijd nodig heeft om te groeien en te rijpen.
Het hoeft allemaal niet meteen.

Het is een zo belangrijke tussentijd, die ons gegeven is, om ons te oefenen in de kunst van het wachten.
aardbeiplantjesOp mijn balkon staan 3 kleine potten met aardbei-plantjes. Tot mijn grote vreugde zijn ze nu aan het bloeien. Het zal nog een tijd duren totdat ik de vruchtjes kan oogsten. Die komen ook niet meteen. Maar de bloesems zijn er al: het zal gaan gebeuren!
Zo ook in ons leven. Wij zullen de kracht ontvangen die we nodig hebben om in ons te laten groeien wat er wil groeien. Als we het geduld op kunnen brengen en leren te wachten.
We hebben alle tijd. Het hoeft niet meteen.
Ik weet: ik ben nu waar ik nu kan zijn. Dat is genoeg en geeft me ruimte, zodat het leven in mij kan groeien.
Liefde kent geen haast en heeft en geeft alle tijd.

Dit is wat ik ons allen toewens, dat we onszelf en anderen de tijd gunnen die we nodig hebben om te worden wie we zijn, in de ons geschonken tussentijd, zoals tussen Pasen en Pinksteren.